In december 2001 kreeg iedere Nederlander van vijf jaar en ouder de kans om kosteloos een zogenaamde ‘eurokit’ op te halen. Deze setjes waren bedoeld om mensen te laten wennen aan de nieuwe munteenheid, de euro, die vanaf januari 2002 geleidelijk werd ingevoerd in Europa. In totaal waren er vijftien miljoen van deze setjes beschikbaar gesteld. Elk setje vertegenwoordigde een waarde van €3,88. Er werd gehoopt dat deze kits op termijn veel meer waard zouden worden.
Euro wordt wettig betaalmiddel
Op 27 januari 2002 was het zover: de gulden mocht niet meer gebruikt worden en de euro werd het officiële betaalmiddel. De ‘eurokit’ was een handige manier voor Nederlanders om kennis te maken met de nieuwe munten. Velen bewaarden hun setje in de hoop dat het in de toekomst een flinke som geld zou opbrengen. Het idee was dat deze eerste euro’s later als verzamelobjecten zouden dienen. Lees snel verder op de volgende pagina.