Je kent het wel: je hebt een lekker trosje druiven gekocht op de markt. Nadat je thuis komt spoel je ze meteen af, stopt er eentje in je mond en KNAK – bijt je dwars door de pit heen. Blijkt dat je in plaats van die lekker pitloze druiven, druiven met pit gekocht te hebben. Jakkes! Dat wordt één voor één de druif opensnijden om de pitjes eruit te halen… Maar wacht daar nog maar even mee.
Zonder pit/met pit
Vind jij het ook zo smerig om op de pit te kauwen? Je bent niet de enige. Daarom kweken druivenproducenten pitloze druiven met behulp van klonen en hormoonpoeder – en daar is niets mis mee. Ook die zijn gewoon gezond. Druiven bestaan voor 80% uit vocht, zitten boordevol belangrijke vitamines en mineralen, bevatten fruitsuikers die je snel energie geven, én je eet ze zo uit de hand. Het is het ideale tussendoortje. Maar wist je dat je een supergezond deeltje mist wanneer je kiest voor een druif zonder pit?
Deze kleine, grijsbruine, bittere pitjes zien er niet bepaald indrukwekkend uit: toch zijn ze dat wel. De zaadjes zijn enorm rijk aan zogeheten oligomere procyanidinen (OPC’s), een krachtige antioxidant. OPC is 50 keer krachtiger dan vitamine E en 20 keer krachtiger dan vitamine C. Het zorgt ervoor dat vrije radicalen efficiënter uitgeschakeld worden, en dat de weefsels en organen beter beschermd zijn tegen schadelijke stoffen. Zo beschermen ze tegen huidveroudering, zijn ze goed voor de bloedcirculatie en voor het geheugen. Voor de mensen die dit belangrijke deel van de druif nog steeds uitspugen: op de volgende pagina vind je zes redenen waarom je vandaag nog moet beginnen om druivenpitten te eten.